In dit artikel laten we je zien hoe je onderdelen (parts) en samenstellingen (assemblies) in SOLIDWORKS spiegelt door middel van verschillende methodes. Bijvoorbeeld door een gespiegelde versie van hetzelfde onderdeel op te slaan. Of door gebruik te maken van de command ‘mirror part’.
Een part spiegelen
Maak een nieuwe configuratie en geef het SOLIDWORKS onderdeel dat je wilt spiegelen een naam. Selecteer in die configuratie de optie ‘Mirror’ in de ‘CommandManager’.
Maak en selecteer het vlak dat zal dienen als symmetrievlak voor de spiegeling. Er zijn een paar verschillende opties, afhankelijk van wat je wilt spiegelen, namelijk:
- features to Mirror;
- faces to Mirror;
- bodies to Mirror.
Kies bijvoorbeeld ‘bodies to Mirror’ en zorg ervoor dat de optie ‘Merge Solids’ niet is aangevinkt als je niet wilt dat de originele en gespiegelde body worden samengevoegd.
Zodra de nieuw gecreëerde body is gemaakt, verwijder je het oorspronkelijke deel met de command ‘delete bodies’ (Insert > Features > Delete/Keep Body).
Een assembly spiegelen
Selecteer je vlak dat dient voor de spiegeling. Selecteer vervolgens al je onderdeel door Ctrl. + A. In de feature tree selecteer je onder ‘Components to Mirror’ al je onderdelen. Kies welke je wilt spiegelen.
Klik vervolgens op de rechterpijl boven in je feature tree om naar stap 2 ‘Set Orientation’ te gaan. Je kunt hier aangeven op welke manier je onderdelen gespiegeld wilt hebben. Door ‘Isolate selected component’ aan te vinken zie je precies welke onderdelen op welke manier gespiegeld zijn.
Klik vervolgens weer op de rechterpijl boven in de feature tree. Bepaal hier of je new files wilt creëren of dat je ‘derived configurations in existing files’ creëert.
In de laatste stap (door weer op de pijl rechtsboven in de feature tree te klikken) bepaal je hoe je de gespiegelde onderdelen voorziet van dezelfde features en gegevens als de originele samenstelling.
