Eén van de grote voordelen van SOLIDWORKS Simulation is de mogelijkheid om samenstellingen te testen. Hierdoor krijg je een beter begrip van het gedrag van onderdelen, tijdens verschillende belasting types in een samenstelling. Een belangrijk onderdeel van de studie opzet zijn de contactpunten, zodat SOLIDWORKS Simulation weet hoe de verschillende onderdelen aan elkaar verbonden moeten worden. In dit artikel laten we een een kort overzicht van de verschillende contact opties zien: Global Contact, Component Contact en Contact Set.
Wat is Simulation Contacts?
- Bonded
Dit contacttype behandelt twee delen alsof ze gelast zijn. Ze gedragen zich in feite als één deel.
- No Penetration
Deze optie voorkomt dat twee onderdelen elkaar doorsnijden, maar staat wel toe dat ze van elkaar los kunnen komen. Let wel: dit is de meest tijdrovende optie.
- Allow Penetration
Dit type behandelt twee onderdelen als losgekoppelde delen. Deze optie staat toe dat de onderdelen door de belastingen loskomen van elkaar. Het toepassen van dit type kan rekentijd besparen als de delen loskomen door de toegepaste belastingen en je dus niet het ‘No Penetration’ type hoeft te gebruiken. Gebruik deze optie ALLEEN als je er 100% zeker van bent dat de belastingen geen doorsnijding van de delen zullen veroorzaken.
De contactopties hiernaast kunnen ingesteld worden op verschillende niveaus in een simulatie studie. Dit zijn: Global Contact, Component Contact en Contact Set. Laten we eens kijken hoe we deze op een goede manier kunnen toepassen
Global Contact
Belangrijk om te weten: Global Contact heeft alleen effect op oppervlaktes van componenten die elkaar initieel raken. Dus als er speling (ongeacht hoe klein deze is) tussen de vlakken van twee delen bestaat, dan zal de Global Contact niets uithalen. In dit geval dient de gebruiker een Contact Set te selecteren.
In sommige gevallen zal je de Global Contact optie handmatig moeten selecteren. Hiervoor klik je met de rechtermuisknop op de Connections map in de Study Tree en selecteert Component Contact. Vervolgens selecteer je in de Component Contact PropertyManager de Global Contact (onder Components). Hiermee wordt automatisch het complete multibody part of top-level assembly geselecteerd. Na selectie van het gewenste Contact Type, klik op OK en de Global Contact is toegepast.
Component Contact
Om een Component Contact toe te passen, klik je met de rechtermuisknop op de Connections map in de Study Tree en klik je op Component Contact. Vervolgens selecteer je in de Component Contact PropertyManager onder Components de bodies waarop je de contact optie wilt toepassen. Let op: de gekozen contact optie zal toegepast worden op alle delen van de geselecteerde componenten die elkaar raken. Als je een uitzondering wilt maken op een van de vlakken die geselecteerd zijn met de Component Contact, dien je een Contact Set toe te voegen. Hierover later meer.
Vanaf SOLIDWORKS 2016 is er een nieuwe optie toegevoegd aan de Component Contact PropertyManager: Non-touching Faces. Deze is alleen beschikbaar indien het Contact Type is ingesteld op Bonded. Deze optie werkt met zowel Global als Component Contact en breekt met de traditionele methode waarbij vlakken elkaar initieel al moeten raken. Met deze optie aangevinkt creëert het programma Bonded contacten tussen vlakken die elkaar niet raken, maar zich binnen een door de gebruiker ingegeven maximale afstand van elkaar bevinden. Hiermee kun je veel tijd besparen.
Contact Set
In de uitleg van de Global Contact en de Component Contact instellingen verwees ik al naar het gebruik van Contact Set. Dit zijn de twee hoofdredenen om een Contact Set toe te passen:
- Uitzonderingen
Contact Set overrulet een Global en/of Component Contact. Dit is dus de tool bij uitstek om de juiste contact in te stellen op de door je gewenste locatie. - Initiële speling
Zoals eerder genoemd, kunnen de Global en Component Contacts alleen gebruikt worden voor vlakken die elkaar initieel al raken. Met behulp van een Contact Set kun je dit gat dichten en het juiste contacttype instellen voor deze gebieden.
Om een Contact Set toe te passen, klik met de rechtermuisknop op de Connections map in de Study Tree en selecteer Contact Set. Vervolgens selecteer je in de Contact Sets PropertyManager onder type de vlakken waarop je de gekozen contact optie wilt toepassen.
Het is een goede gewoonte om het grootste vlak in het onderste keuzevak (Faces for Set 2) te selecteren, omdat dit vlak met grotere elementen gemesht mag worden. Dit is vooral interessant voor No Penetration Contacts. Zorg dat de Contact Sets worden ingesteld met één vlak referentie. In de afbeelding hieronder is bijvoorbeeld een Contact Set ingesteld voor de rode vlakken en één voor de groene vlakken. Zouden al deze vlakken geselecteerd zijn in één Contact Set, dan kan het programma niet de juiste contacten maken.
Contact is bedoeld om de meest gangbare instelling te kiezen en overrule deze vervolgens door Component Contacts en Contact Sets te specificeren waar nodig.
Dus, Global contact wordt overruled door Component Contact en Contact Set zal deze beiden overrulen.
De afbeelding hiernaast laat de hiërarchie van de Contact instellingen zien.